In èèn van de MIVA woningen woont een man die een tijdje geleden aan mij vertelde dat hij niet zo lang meer zou leven, omdat hij kanker had.

Hij rijd al jaren in een elektrische rolstoel, dus dan is het sneu als je hoort dat hij ook nog eens dodelijk ziek is.

 

Op een gegeven moment kwam hij bijna zijn bed niet meer af en belde dan naar mij toe om af en toe met kleine dingetjes te helpen.

Toen ik een aantal malen bij hem geweest was, vroeg ik aan hem "Het gaat de laatste tijd niet zo goed met je zeker? Je komt het bed niet meer af !".

" Nee ik ben niet in orde", antwoordde hij "Ik kan het jou wel vertellen, het gaat helemaal niet zo goed met mij, ik heb kanker! Ik kom ook bijna mijn bed niet meer uit. Ik denk zelfs dat het niet zo lang meer zal duren!".

Daar sta je dan weer, wat moet je zeggen?

Maar je gaat gewoon verder met vragen, dus ik vroeg aan hem "Moet je ook bestraalt worden?".

"Dat weet ik nog niet, want ze zijn nog aan het onderzoeken en heb nog geen uitslag!", zei hij een beetje down.

Nadat ik hem weer geholpen had, wenste ik hem sterkte en ging verder met mijn werk.

Ongeveer een week later, ik zat in mijn kantoor het was spreekuurtijd, kwam hij in zijn elektrische rolstoel binnen rijden.

"Goedemorgen, je bent al vroeg in de weer vandaag?", probeerde ik een beetje opgewekt te vragen.

Toen hij bij me stopte om verhaal te doen, zag ik voor me een zielig hoopje op de rolstoel, de man zag er verslagen uit en vermoeid gaf hij antwoord " Ik ben naar het ziekenhuis geweest Wijnand! Maar ik weet het niet, toen ik aan ze vroeg of ik bestraling zou krijgen, konden ze daar nog geen antwoord op geven. Dus dat zit niet goed! Ik ga maar gauw weer naar bed, want ik voel me erg moe. Doei!".

Dan zie je het mannetje wegstiefelen in zijn karretje, dan komt die innerlijke onmacht en boosheid weer naar boven, wat is het toch een klere ziekte en dan zeg ik het nog netjes!

Iedere keer weer als de mensen je deelgenoot maken met hun ziekte, wordt je weer terug gefloten naar de realiteit, het kan een ieder overkomen!

Het is denk bij deze pracht job een van de minpunten, je werkt in een risico groep waar het veel voorkomt, maar juist door deze mensen te steunen voel je, je later weer gesterkt doordat je ze niet in een hoekje stopt, wat toch regelmatig gebeurt en dus voor hun een eenzame strijd kan worden.

 

Een paar dagen later kwam een dame van Amstelrade me vragen of ik wou helpen.

Ze gingen zijn bed in de huiskamer zetten en daardoor moesten er wat dingen verandert worden, of ik dan kon adviseren of dat mocht binnen een huur woning.

Weer een paar dagen later kwam ze zeggen dat dit niet doorging, er zouden wat punten zijn die eerst nader bekeken moesten worden, meer kreeg ik niet te horen.

 

De dagen gingen zoals gewoonlijk voorbij, ik kwam af en toe bij deze meneer om hem te helpen met kleine dingetjes, ze stelden niets voor, het gebeurde èèn of twee keer in de week.

Hij was er nog steeds van overtuigd dat zijn bed naar de huiskamer moest en volgens hem was het een kwestie van tijd, er moesten wat bedradingen omgelegd worden voor b.v. de automatische deuropener, computer en nog wat andere dingen.

Hij vertelde ook dat als hij het zou redden, een week op vakantie zou gaan naar Limburg bij  zijn vriend.

Deze man had ik ook al eens gezien hier in de Dignahoeve, hij werd dan gebracht in zo`n pausmobiel, zoals ik dat dan noem.

Het is toch prachtig als dat kan, invalide mensen die zo ver van elkaar wonen op bezoek kunnen gaan bij elkaar!

 

Op een gegeven moment kreeg ik andere berichten over deze man binnen, hij zou helemaal niet terminaal zijn, maar het zit hem in zijn hoofd, het zou psychisch zijn!

Nou weet ik niet wat erger is, want als het psychisch is kan het nog jaren duren deze strijd, de man voelt zich echt miserabel.

Maar goed vorige week was het zover, hij ging een weekje op vakantie, goh wat was de man zenuwachtig, hij kwam regelmatig langs dan weer voor dit en dan weer voor dat.

"Wijnand, mag mijn tas hier voor je kantoortje staan?", even later kwam hij weer "Wijnand heb je wel een sleutel van mijn woning, want als ze langs komen om de bedrading om te leggen, kunnen ze naar binnen!"( ik heb van alle MIVA woningen een sleutel), weer wat later kwam hij aanrijden "Wijnand wat denk jij, moet ik mijn gordijnen open of dicht doen?", en nog een paar keer kwam hij langs.  

Halverwege de middag was het zover, zijn pausmobiel stond voor de deur, hij mocht weg.

"Wijnand, wil jij nog èèn ding voor me doen? Wil jij mijn tas even naar de auto brengen?", natuurlijk zei ik.

Ik pakte de tas op, om vervolgens weer voorover te klappen, godsamme wat was die tas zwaar!

"Zeg kerel!!!! Wat heb jij in godsnaam in je tas zitten?", vroeg ik hem.

"O, allerlei spullen voor de computer!", gaf hij als antwoord "Mijn vriend zijn computer moet even omgebouwd worden!".

Volgens mij zat er een complete computer in met nog wat gereedschap of zo, goh wat was ik blij dat ik bij de taxi was!

Maar goed hij reed zijn karretje de auto in en vertrok, zijn vakantie was begonnen.

En hoe het kwam, ik weet het niet, zelfs ik kreeg een vakantie gevoel, de rust keerde terug!

Tenminste!!! Dat dacht ik!!!

Een half uur later ging het zoemertje weer in mijn kantoor, ik deed de deur open en wie stond er weer voor mijn neus?

Ja hoor, onze vriend die onderweg naar Limburg was.

"Huh, wat doe jij nou hier weer?", vroeg ik hem verbaast.

"Tja, ik ben mijn medicijnen vergeten, dus moesten we weer terug. De chauffeur zal het wel niet leuk vinden, we zaten al bij Diemen!", zei hij met een schuld gevoel "Wil jij mij even helpen met zoeken Wijnand?".

Ik met hem mee, het hele huis doorgezocht, in alle kastjes en laatjes er was niets te vinden. Ook niet op de plek waar het altijd lag.

En de chauffeur maar wachten, het duurde al zo`n twintig minuten!

"Zeg Wijnand wil jij even in mijn koffertje kijken voor de zekerheid?", het koffertje lag in zijn mandje van de rolstoel "Misschien zit het er dan toch in!".

Ik maakte het koffertje open en ja hoor, daar lagen zijn medicijnen, de apotheek hier aan de overkant zou nog jaloers zijn op zo een grote voorraad.

"Och", zei hij "Ik had ze al die tijd al bij me!"

Wij gauw weer naar voren toe en toen we op de hoogte van mijn kantoor waren, zei hij ineens "De chauffeur zal wel boos zijn, dus ik zeg maar niet dat ik mijn medicijnen al bij me had, maar ik ga hem wel een fooi geven, er ligt nog wat klein geld in huis. Dat ga ik even halen!".

Hij keerde om en ging weer terug naar huis.

Ook dit duurde weer een kwartier voor dat hij terug kwam, de chauffeur maar wachten en wachten!

Wat een kerel! Maar ja wat is voor hem het tijdbestek? Hij heeft alle tijd, toch? Of niet?

De tijd zal het leren.

Toen hij eindelijk weer naar de taxi reed, riep ik hem nog na "En nu wil ik je voorlopig niet meer zien!".

Een zwaai met zijn arm betekende dat hij mij had verstaan.

Misschien dat deze vakantie hem weer op andere gedachten kan brengen, wie weet!

Groetjes, de Oudjeswachter.