Als bewoners hun woning gaat verlaten, krijg je altijd te maken met een opzichter die een voor opname doet.

Daarin wordt bepaald wat er wel en niet uit de woning dient verwijdert te worden.

Ook heb je een eind opname en dat is een taak voor de huismeester.

In die tussen liggende periode wordt er een nieuwe kandidaat gezocht voor de woning, als die er is krijg ik daar de gegevens van.

Het is dan de bedoeling dat ik deze mensen gaat bellen, om te vertellen dat ze in aanmerking komen voor de woning en in contact ga brengen met de oude bewoners, om te kijken of het voor hen acceptabel is en voor eventuele overname van vloerbedekking, gordijnen(rails), kasten of veranderingen in de woning enz. enz..

Over het algemeen is dit een leuke taak, omdat er een wachtlijst is voor de Dignahoeve, zijn de mensen door elkaar genomen blij als je ze kenbaar maakt dat ze in aanmerking komen voor een woning.

 

Maar soms loopt het anders! (zucht)

Zo dus met de laatste woning die leeg kwam, toen ik belde dat ze voor de woning in aanmerking kwam, (ze was al de derde kandidaat, dus er was al wat tijd verloren gegaan) reageerde ze al niet zo enthousiast en vroeg meteen al of ze direct al moest beslissen.

“Het is de bedoeling dat u een afspraak met de vertrekkende bewoonster maakt om te gaan kijken wat u van de woning vindt, er dan een nachtje over slaapt en dan een beslissing neemt”, zei ik tegen haar.

“Ja maar mijn kinderen werken allemaal, en die moeten toch met me mee want alleen red ik dat niet, en die moet ik eerst bellen”, zei mevrouw.

Ik weer,”okè mevrouw doet u dat dan, dan hoor ik van u wanneer u komt”.

Twee dagen later nog niets gehoord, dus eerst maar weer even bellen.

“Mevrouw, weet u al iets?”,Was mijn vraag.

“O moet u het nu al weten?”Zei ze verbaasd”ik moet nog met mijn kinderen bellen, want die hebben het altijd zo druk”.

“Ziet u meneer, het is ook zo`n moeilijke beslissing, ik woon hier al zo lang en mijn man is hier gestorven en als ik daar bij u kom da ga ik van een groot huis naar een klein huis en dan moet ik een heleboel dingen weg doen”.

“Ja u moet dat toch even regelen want het kan niet langer wachten hoor, mevrouw”.

“Ik bel u morgen weer”.

 

Even later gaat bij mij de telefoon weer, het was een nicht van de vertrekkende bewoonster en die belde vanuit Londen, want daar woonde ze.

“Spreek ik met de huismeester van de Dignahoeve?”.

“Ja daar spreekt u mee, zei ik”.

“Weet u al of er een nieuwe kandidaat is voor de woning van mijn tante, want ik kom pas het weekend voor de eindopname en wil dan graag weten of er nog wat overgenomen kan worden”.

“Als u het goed vindt, dan geef ik uw telefoonnummer aan de nieuwe kandidaat dan kan u samen met haar een afspraak maken om te komen kijken, en eventueel voor overname  te regelen”.

Nu dit was goed, ik het nummer doorgegeven aan de nieuwe mevrouw.

 

Ondertussen had ik een mailtje binnen gekregen van een van de woonconsulenten of mevrouw al beslist heeft de woning te accepteren.

Een uurtje later word ik weer gebeld, nu door de dochter van de nieuwe mevrouw.

“U hebt mijn moeder gebeld dat ze in aanmerking kwam voor een woning in de Dignahoeve, en nu moet en we een afspraak maken met de oude bewoner om even te komen kijken?”.

“Wij willen het wel graag maar mijn moeder twijfelt nog heel erg”.

“Toch zal u uw moeder wat moeten pressen om een beslissing te forceren”, zei ik.

“Dat gaan we dan ook doen, en is het misschien handig als ik u mijn telefoonnummer aan u geef?”

Na het nummer genoteerd te hebben de telefoon neergelegd, en ja hoor daar rinkelde hij alweer, de nicht van de vertrekkende bewoonster.

“Hallo meneer, ik werd net gebeld door die mevrouw die kandidaat is voor de woning van mijn tante, ik probeerde een afspraak met haar te maken om te komen kijken en voor eventuele overname, begint ze toch te snauwen tegen me dat het niet vanzelf gaat zo`n beslissing, en dat ze nog niet weet wat ze wil”.

“Dit hoef ik toch niet te pikken?”.

“Nee natuurlijk niet, dit is niet de bedoeling maar ik heb een ander idee, hoe zou u het vinden als ik u het telefoonnummer geef van haar dochter dan komt het wel goed, denk ik”.

 

Weer een half uurtje later de telefoon, de dochter.

“Die nicht heeft mij gebeld”, het zweet brak me al uit, ik denk o daar gaan we weer,”en we hebben voor zaterdag een afspraak staan en hebben lekker gebabbeld”.

Yes dacht ik geregeld en er werd mij beloofd dat ik maandagmorgen een telefoontje zou krijgen.

Ja of  nee, zou dan het antwoord zijn.

 

De volgende maandag, s`morgens geen telefoontje van mevrouw, ik s`middags maar weer aan de bel.

“De afspraak van zaterdag is niet door gegaan want die mevrouw was heel erg ziek”, werd me even verteld.

“En ik weet het niet hoor, ik moet van mijn kinderen daar heen, maar ik weet het niet hoor”.

“Ik bel uw dochter wel mevrouw, dat is misschien wel beter”.

Voor dat ik kon bellen kreeg ik een mailtje binnen van een woonconsulente of ik al wat wist want de tijd begon te dringen, en ze had gelijk.

Afgelopen maandag, vandaag (woensdag) is de eindopname, is alles voor elkaar gekomen en wat ik begrepen heb van de dochter heeft zij uiteindelijk de beslissing genomen, en nu maar hopen dat moeders er vrede mee heeft.

De nicht heeft het toch maar gepresteerd om in twee dagen tijd de woning leeg te halen, ik ben benieuwd hoe het er vanmiddag uit ziet.

 

Ik was vorige week bij een bewoner in de badkamer de verwarming aan het bijvullen en we waren lekker aan het kleppen en meneer was in een goede bui en maakte wat grapjes.

Zo ook over de verwarming, van wat zou er nou gebeuren als je hem vult tot over het rode streepje, zou de verwarming dan niet uit elkaar knallen?

Is het toeval wat er daarna gebeurde ik weet het niet en vraag het me ook niet want ik kan het echt niet verklaren, maar dat ik geschrokken ben, dat zeker.

Nadat ik de slang af had gekoppeld was er een enorme knal achter mij en voelde ik overal, ja hoe moet je het noemen, gefriemel langs mijn voeten.

Ik wist ook niet dat die oudjes (meneer is 86) zo snel nog waren en zo hoog konden springen, want hij dook de badkamer uit.

Om vijf tellen later om het hoekje te gluren met de vraag, Gods allemachtig Wijnand ben je er nog, mankeer je wat?

Ik stond nog precies hetzelfde als na die knal en keek verbaast naar de grond, want er lagen allemaal hele kleine witte glas splinters, door de hele badkamer.

Wat was er nou gebeurd, de witte bol van de badkamerlamp was vlak achter mij naar beneden gekletterd en in duizenden stukjes uiteen geploft.

“Goeiedag zeg dat was me effe schrikken”, zei de man”Zou ik hem gisteren met het verwisselen niet goed aangedraaid hebben?”

De volgende dag stond meneer met een nieuwe witte bol voor mijn neus”zeg Wijnand  zou jij voor mij die bol erin willen draaien, want ik durf het niet meer”.

Toen ik daar mee bezig was bleek dat de man zijn humor al weer terug had.

“Doe je hem wel goed vast, want ik denk dat het niet verstandig is om hem terug te koppen.

 

 

Groetjes, de oudjeswachter.