Het was vrijdagochtend vroeg toen onze wekker afliep. Het was vandaag onze laatste werkdag voor de vakantie. De regen kletterde heftig op onze dakkapel van de slaapkamer.

Normaal gesproken heb ik daar geen problemen mee om mijn regenpak aan te trekken en de regen te trotseren.

Maar vanmorgen was dat anders!

Het gevoel van de laatste werkdag voor de vakantie wilde ik het op mijn gemak doen, dus ik stelde voor aan mijn Marja om haar weg te brengen met de auto en zelf ook van deze luxe te genieten.

Onderwijl we richting Marja haar werk reden somden we een aantal dingen op die we vandaag moesten uitvoeren.

Zo melde ik dan ook dat ik de binnentuin zou water geven “Dan zal ik wel weer de bekende grapjes te horen krijgen!”, zei ik tegen Marja. “Zo iets van: Je zou net zo goed het dak kunnen open zetten, dan krijgt de tuin ook water, met al die regen buiten!”.

 

Eenmaal aangekomen bij de Dignahoeve plensde het water met “ bakken” naar beneden en was ik zeer blij dat ik de auto genomen had.

Al fluitend liep ik de voorhal in en stak de sleutel in het slot om binnen te komen door de schuifdeur. Op het moment dat ik de schuifdeur passeerde stopte ik meteen met fluiten. Wat ik zag was water, overal water! In een brede strook van 3 meter was alles kletsnat. Een snelle blik naar boven en ik zag dat de luchting open stond.

Snel mijn spullen in het kantoor neergezet en “ hop” via het trappenhuis naar de 1e etage, waar de besturingskast hangt in een bergruimte.

Soms als er extreme weersomstandigheden zijn gebruik ik de handbediening om de ramen eerder of opzij van het gebouw open te zetten of te sluiten.

Dat wilde ik nu ook doen, maar de luiken reageerden niet.

De stroom eraf gaf ook al niet het beoogde effect! Wat ik ook probeerde de luiken bleven open staan.

Snel weer de trap af om het bedrijf dat het onderhoud van de luchting altijd doet te gaan bellen. Het was op dat moment even voor 8 uur, maar kreeg geen gehoor, ze waren nog niet aanwezig.

Een beetje ongerust werd ik wel, want ik zag dat er al water langs de binnenkant van de liftschat naar beneden sijpelde en of dat niet erg genoeg was zette de regen nog eens extra aan, hozen deed het!

Weer de telefoon gepakt maar geen sjoege!

Dan maar weer naar de bedieningskast, waar ik de zenuwen kreeg van het piepsignaal dat onverdroten bleef jengelen. Op allerlei knoppen gedrukt maar niets werkte.  De bedieningskast geopend maar daar zag ik alleen maar allerlei moeilijk uitziende bedrading dus ook daar kon ik niets mee. Maar dat piepsignaal!!! Werd daar toch echt “ pielig” van. Opeens zag ik een knop zitten “ reset bel”, nou een bel is het niet maar toch proberen. Ik drukte, maar die pieptoon bleef. “Pieeep, pieeep, pieeep, pieeep!!!!” ging het maar door. Nogmaals die knop indrukken en nu hield ik hem langer vast. En “Yes!!!” dat lel hield zijn kop dicht, wat een rust gaf dat!

Voordat ik weer naar mijn kantoor liep ging ik eerst even langs de liften om te kijken hoe het zich daar hield. Tot mijn grote schrik zag ik het water nu lang de kap van de verlichting de lift binnen sijpelen. Wat nu!!!!

De liften uitzetten kan niet hier, de meeste bewoners kunnen niet via het trappenhuis naar beneden of naar boven, dus hebben de lift nodig.

Maar weer gauw kijken of ik contact kan krijgen met dat bedrijf. Het was inmiddels half 9.

Gelukkig werd er nu wel opgenomen en ik legde de dame aan de andere kant uit dat ik met een noodsituatie zat en of ze me meteen wilde door verbinden naar de technische afdeling.

Daar kreeg ik een meneer met een zuidelijke accent en ik vertelde wederom weer mijn verhaal. Dat de situatie steeds gevaarlijker werd en ook het water al de lift in kwam.

“Ik zal het aan de planning doorgeven!”, was het koele antwoord van deze heer.

“En wat houd dat in?”, vroeg ik hem “Betekent dat er iemand komt?”.

“Nou dat weet ik niet! We hebben het nogal druk en kunnen we niet zomaar van alles tussen plannen!”, was het wederom een koele reactie.

“Ja maar meneer! Heeft u wel geluisterd naar wat ik verteld heb? Er MOET iemand komen en als er vandaag niemand komt dan zeker maandag pas!? Maar ze voorspellen het hele weekend regen, dat kan niet hoor!!!!”, reageerde ik heftig.

“Nou ik ga het aan de planning doorgeven en dan is de kous voor mij af, want daar heb ik geen zeggenschap over! En dat ze maandag komen weet ik niet, want we zitten tot eind juni vol geplant!”, reageerde meneer laconiek.

Ondertussen begon mijn bloed een beetje te koken, maar toch heel beleefd vroeg ik hem mij dan maar door te verbinden met de planning.

“Nee dat gaat niet! Ik geef het door en dan is voor mij de kous af!”, was zijn gedecideerde opmerking.

Nu was ik echt desperaat! Dit kan toch niet! En totaal verontwaardigd en onderhand zeer boos reageerde ik “Nou doe wat je niet laten kan! Ik ga ondersteuning zoeken bij mijn baas, want er moet iemand komen!”, en kwakte nijdig de telefoon op de haak.

 

Eerst maar even stoom afgeblazen voordat ik mijn chef ging bellen.

Na 5 minuten pakte ik de telefoon weer om hem te bellen. Kreeg het antwoord apparaat met de mededeling dat hij me niet te woord kon staan of ik een berichtje wilde inspreken. Tja daar had ik niets aan en ging een volgende collega bellen, ook daar hetzelfde liedje. Uiteindelijk heb ik de vijf mensen waar ik het meeste mee te maken opgebeld, maar kreeg nul op rekest. Achteraf hoorde ik dat er twee vrij waren en de anderen een vergadering of bespreking hadden, dat moet dus ook gebeuren.

Op intranet hebben we het item “ Wie is wie!” en daar kan je zien welke collega`s we hebben en ook wat hun werkzaamheden zijn. Dus ik dacht dan ga ik daar maar even zoeken af ik daar iets of iemand kan vinden die met techniek te maken heeft.

En ja daar kwam ik terecht bij het hoofd van technisch beheer, nou dat moet toch de persoon zijn dacht ik.

Ik zijn nummer gebeld en kreeg niet het hoofd maar een dame die voor hem zijn boodschappen aanneemt. Ze vertelde dat hij even buiten de deur was.

Ach dacht ik “Het zit wel eens mee en het zit wel eens tegen!”.

Maar mijn damelijke collega zou de boodschap doorgeven, want hij kon ieder moment weer binnenkomen.

En gelukkig was dat inderdaad zo. Binnen tien minuten belde hij me terug.

Nadat ik hem het hele verhaal vertelt had, gaf hij me groot gelijk en zou mij ondersteunen en deze firma bellen.

Een half uur voordat ik naar huis zou gaan, en dus vakantie had, belde hij me weer op.

“Wijnand ze hebben me toegezegd dat er vanmiddag iemand komt. Dus ga jij zo maar vakantie vieren, ik zal zorgen dat het goed komt, ik zal daar op toe zien!”.

Het was bijna 12 uur toen ik de sleutels van de technische ruimtes bij collega Riet had gebracht, die van het hele verhaal op de hoogte was.

Echt lekker voelde ik me niet, had me te druk gemaakt. Het enige voordeel was dat het eindelijk was gestopt met regenen. Maar we wisten dat het niet voor lange tijd zou zijn, er waren hele slechte voorspellingen gegeven wat het weer betreft.

 

Toen ik thuis nog wat morrelend op de bank zat, het hield me maar bezig dat die vent maar zo ongeïnteresseerd reageerde op zo een bijzondere en gevaarlijke situatie, ging mijn werk telefoon.

Het was mijn collega Riet die vroeg of ik een zaklantaarn had, want ze moesten bij de compressor die de luchtdruk op de luiken houd gaan zoeken.

“O is de compressor stuk dan?”, vroeg ik haar.

“Nou dat zal ik je vertellen de compressor stond roodgloeiend en het had niet langer moeten duren, hij had anders in de brand gevlogen volgens de monteur”, antwoordde zij.

Maar het gegeven dat er iemand bij was maakte me toch wel rustig en ik dacht “Nou Wijn probeer nu maar eens vakantie te houden!”.

S`avonds krijg ik nog een mailtje van een bewoonster dat ze tot 9 uur s`avonds bezig waren geweest. Ze hadden wel voor elkaar dat de luiken dicht waren, maar nog niet dat het systeem werkte.

Maar dat was voor mij de geruststelling dat in ieder geval de regen er niet meer in kon.

 

Groetjes Oudjeswachter.