Ik zat in mijn kantoortje toen er op de deur geklopt werd en het mannetje binnen kwam die me zo lekker bezig had gehouden toen ik de tuin aan het water geven was geweest.

"Goedemorgen Wijnand ben je nog boos op me?", vroeg hij.

"Hoe bedoelt u", vroeg ik aan hem, en nog steeds liet ik niets merken. "Waarom zou ik boos op u moeten zijn? Ik zou geen reden kunnen bedenken".

"Nou moet je weten ik vind tuinieren ook zo mooi, dat weet je, ik heb al een paar keer jou mijn tuin laten zien", begon hij "En vind het echt fantastisch wat jij met onze tuin doet, het ziet er veel beter uit dan in het verleden en…".

"Maar waarom moet ik daar boos over zijn?", onderbrak ik zijn verhaal.

"Dat weet jij wel, ik was degene die de hele tijd je slang dicht kneep en dat spijt me zo, het was alleen maar om even de ondeugende jongen uit te hangen", biechtte hij op.

"O, was u dat?", zei ik gespeeld verbaast.

"Ja zie je wel, je wist het al!", zei het mannetje.

"Ja hoor, ik had u al door", stelde ik hem gerust "Maar hoe kwam het nou dat u in de varens lag te spartelen?", vroeg ik hem.

"Ja dat was jouw schuld", was het antwoord.

"Nou nog mooier, eerst neemt u mij in de maling en dan nog loop ik op de tweede etage, hoe kan het dan mogelijk zijn dat het mijn schuld is?", riep ik verontwaardigt.

"Ik schrok van jou, je riep "Potverdomme" en je liet je slang vallen, ik keek omhoog en dacht dat je me zag", was het verhaal "Ja toen kreeg ik haast en vergat dat er een opstaande rand langs de tuin loopt en hop daar lag ik op mijn platte bek tussen dat groen, was vies hoor "grond en varens".

"Tja "Boontje komt om zijn loontje", zei ik tegen hem.

"Ja ,ja dat is zo! He, he ,he, he", het bekende lachje en daar ging hij weer naar zijn huis.

Een dag later zat ik weer op mijn kantoortje, alweer?

Ja dat heb je als je elke dag spreekuur hebt, en ik moet zeggen over het algemeen wordt het wel goed bezocht.

Maar goed om met mijn verhaal verder te gaan, ik zat weer op mij kantoortje toen Nicky Lauda binnen kwam strompelen zonder zijn race-scootermobiel en letterlijk en figuurlijk bij mij in de stoel neerplofte.

Je weet wel, het kereltje dat voorheen flink rond scheurde met de blik in zijn ogen "ik ga oudjes scoren" en die mij Boudewijn noemt.

"Zo jou heb ik hier nog nooit zien lopen Nicky, hoe komt dat nou?" vroeg ik hem.

"Ach Boudewijn dat is een heel verhaal en moet je maar eens kijken naar mijn buik", en tilde zijn T-shirt op.

"Nou je bent lekker rood, het lijkt wel of je verbrand bent!" ,zei ik.

Toen begon hij zijn verhaal "Afgelopen zaterdag ben ik met mijn scootermobiel naar Bovenkerk gereden om lekker te gaan zonnen bij de Poel, ik was daar om 10.00 uur al".

"Voordat ik weggegaan ben heb ik nog keurig op tijd mijn scootermobiel op de prik gezet, want het is best nog een stukje te rijden".

"Toen het ongeveer half èèn was had ik er genoeg van en werd het me te heet".

"Ik wilde weg rijden met mijn karretje en toen niets, hij deed helemaal niets meer".

"Nou dan moet je iemand vragen of ze willen bellen om mij op te halen, maar lopen kan ik niet zonder krukken, dus van uit mijn karretje maar aan mensen vragen of ze een telefoon bij hun hebben".

"En gelukkig had ik al vrij snel iemand te pakken die voor mij kon bellen", hij stopte even met praten.

"Nou gelukkig maar dat er altijd weer mensen zijn die je willen helpen", zei ik tegen hem.

"Ja dat wel, maar het ergste komt nog Boudewijn, het ergste komt nog", herhaalde hij.

"Kan het nog erger?, vroeg ik hem.

"O ja hoor, ik belde om ongeveer èèn uur en ze kwamen pas om half vijf, dus al die tijd heb ik in de zon staan bakken".

"Heet dat het was, ik werd er bijna beroerd van, en ik stond daar alleen en een voorbijganger die af en toe voorbij kwam durfde ik niets te vragen", besloot hij zijn verhaal.

"Goh man", zei ik weer "En wat was er eigenlijk met je scooter aan de hand?".

"Nou Boudewijn je gelooft het niet, maar mijn benzine was op", grapte hij.

"Nee hoor, mijn motor was doorgebrand en terwijl mijn scooter nog maar ongeveer een half jaar oud was, dat is niet goed he".

Nadat hij zijn verhaal gedaan had ging hij al strompelend met een hulp van de thuiszorg naar het internetcafé.

En nu maar hopen dat zijn karretje gauw klaar is.

 

Groetjes, de oudjeswachter.