Vorige week werd ik door mijn chef gebeld dat de aankomende donderdag tijdens de maandelijkse borrel afscheid genomen zou worden van de drie vertrekkende huismeesters.

Nou is dit niet mijn favoriete bezigheid, omdat ik nou eenmaal niet graag het middelpunt ben van een grote menigte, maar goed ik kon

het niet weigeren tegenover mijn chef, tja voor sommige mensen heb je nu eenmaal erg veel respect.

Die paar dagen heb ik een onrustig gevoel gehad en ook slecht geslapen, zo was ik daar mee bezig.

Gelukkig voor mij was het niet al te druk en hield mijn chef de toespraak heel kort en sober, prima zo. "Dank je Ton je had me ALWEER goed begrepen!".

We kregen een getuigschrift, een envelop met waardebonnen en een mooie bos bloemen en konden snel weer verder gaan met borrelen.

Gisteren een afscheidsmail  naar mijn collega's gestuurd  en kon het natuurlijk weer niet laten om er een verhaaltje van te maken, ik kan nu eenmaal beter schrijven dan vertellen en het stukje luidde als volgt:

Hoi collega's, vandaag is de laatste dag bij Woongroep Holland voor mij……..

Het is nog steeds jammer dat ik deze keus heb moeten maken, en het is nog steeds een raar gevoel, de ene kant blij omdat ik hier in de Dignahoeve kan blijven werken en aan de andere kant de jaren bij Woongroep Holland (SWU) waren fijne jaren.

8 jaar geleden werd ik aangenomen als huismeester door Jan Stegeman en Wim Ros, voor mij een grote omwenteling in mijn leventje.

Nadat ik getipt was door Frits Kuin dat er een huismeester gevraagd werd, ik werkte toen op de kwekerij(dus 9 maanden van het jaar 7 dagen in de week)ging ik solliciteren.

Uit een selectie van 40 man bleven er nog 8 over, die werden uitgenodigd voor een gesprek.

Er werden een soort van strikvragen gesteld.

Een vraag herinner ik me nog goed.

Wat doe je als er gelijktijdig twee noodgevallen plaatsvinden, in het ene geval een overstroming op negen hoog en het andere geval er zit iemand vast in de lift, welk situatie behandel je eerst?

Waarop ik antwoordde; eerst haal je degene uit de lift die vast zit.

Toen opperde ze; maar die overstroming gaat ons veel meer kosten, met al die etages weet je het wel zeker!

Eerst dacht ik "oei het verkeerde antwoord!", maar ik bleef bij mijn standpunt.

Het zal wel het goede antwoord geweest zijn, want ik werd aangenomen.

Toentertijd hadden we nog wachtdiensten, 1 keer in de drie weken moesten we 7 dagen 24 uur oproepbaar zijn.

Mijn allereerste wachtdienst was een ware schrik voor mij!

Ik maakte alles wel mee denk ik, een flat in brand, een steek partij, glasschade door een echtelijke ruzie, overstroming, liften onder gesmeerd met stront en als klap op de vuurpijl sprong er nog een persoon van de flat af, ik dacht waar ben ik terecht gekomen!

Maar gelukkig, alhoewel de druk van de wachtdienst best aanwezig was voor ons, was ik best in mijn nopjes met een baan als huismeester.

Tot dat op een gegeven moment er wat dingen gingen veranderen b.v. Wim Ros onze chef kwam te overlijden.

Wim was een klein druk aanwezig mannetje, had soms heel snel een mening, maar had een hart van goud, ik kon het goed vinden met hem.

Nadat Wim er niet meer was en het bestuur van Euro Parel veranderde, bewonerscommissie bij de flat, werden wij  huismeesters als "aangeschoten wild" behandeld.

Als men je niet zag lopen, zat je ergens koffie te drinken, en als ze je wel zagen lopen, dan liep je weer te wandelen, en als je per ongeluk met zijn tweeën liep was het helemaal uit den boze, dus eigenlijk deden we gewoon niets, werd er gezegd.

Dit heb ik nooit kennen verkroppen en liep zelfs met het idee om te stoppen als huismeester, desnoods maar weer naar de kwekerij dan.

Totdat de fusie kwam, en ene Theo Beuman me op de laatste dag van de interne advertentie voor  de Dignahoeve er op attent maakte "Wijnand dit is misschien wel wat voor jou", en gelukkig is dat gelukt, dit is echt een "job op mijn lijf geschreven!".

Dus de keus om hier te blijven was niet moeilijk, maar de keus om van werkgever te veranderen werd dan verplicht!

Ik was dan wel niet veel aanwezig bij feestjes en uitgaansdaagjes, maar had het echt heel erg naar mijn zin bij Woongroep Holland en daarvoor natuurlijk bij de SWU, heb nou eenmaal een eigen visie op deze dingen.

Ik wil iedereen nog al het goede wensen in de komende jaren, en voor degene die mijn stukjes blijven lezen, tot schrijfs.

Wijnand.

De eerste werkdag voor "Eigen Haard Olympus Wonen" was een drukke dag.

Om kwart over 7 begonnen want er moest het een en ander gebeuren, stickers boven de liften moesten verandert worden, met het nieuwe logo en telefoonnummer die de mensen kunnen bellen voor noodsituaties s`avonds en in het weekend.

Overal in het gebouw hangen A4tjes met aanvullende informatie die moesten ook vervangen worden.

Ook had "Eigen Haard Olympus Wonen" het plan opgevat om alle bewoners van

"St. Lodewijk " een plantje met overpot aan te bieden en dat was aan de huismeester uitbesteed.

Dus bij 176 woningen aanbellen en een plantje aanbieden was mijn taak, en aangezien het donderdag was, was ook het ophalen van oud papier en glas vandaag gepland, dus lekker druk.

Terwijl ik daar mee bezig was zag ik vanaf de derde etage een mevrouwtje zitten op de bank van de binnenplaats zitten, op zichzelf niets bijzonders maar ze trok mijn aandacht omdat ze wat vreemd deed.

Voordat ik verder vertel wat ik zag, een verhaaltje vooraf.

Deze mevrouw was een echte snoepkont, als ik bij haar in huis kwam lag overal snoep.

Op de tafels, vensterbank, aanrecht, slaapkamer, op stoelen zelfs in de badkamer en op de rol toiletpapier, je kon echt nergens naar kijken of er lag snoep!!!!!

Ongeveer een maandje geleden kwam ze bij mij met de vraag "Wijnand lust jij Engelse drop?".

"Ik lust wel Engelse drop, mevrouw", antwoordde ik "Sterker nog ik vind dat heel lekker!".

Boing... daar viel met een klap een enorme zak drop op mijn bureau "Zo daar ben ik weer vanaf", zei ze.

"Weet je Wijnand dat kan ik alvast niet meer opeten, want als het in huis ligt kan ik er niet vanaf blijven. Ik ben namelijk vanmorgen bij de dokter geweest en die vertelde mij dat ik niet zoveel meer mocht snoepen. Net alsof ik zoveel zou snoepen!", zei ze er nog verontwaardigt achteraan.

"Heeft de dokter dan niet een beetje gelijk mevrouw?", vroeg ik heel voorzichtig.

"Vorige week was ik nogal ziek en was hij op huis bezoek, toen zei hij ook al dat ik niet zo moest snoepen", antwoordde ze.

Ah dacht ik, de beste man zal ook wel al dat snoep hebben zien liggen, vandaar!

Nu deze mevrouw zat op de binnenplaats op de bank, op een taxi te wachten.

Ze keek dan naar rechts en dan naar links, bracht haar hand langzaam naar de mond, wat ze in haar hand had kon ik niet goed zien ze hield het verborgen in haar handpalm, en het was net of ze wat ergens vanaf beet, ik kon het niet goed zien.

Na deze handeling liet ze gauw haar hand op haar schoot zakken en keek weer naar links en dan weer naar rechts, en het mondje ging heen en weer.

Dat herhaalde ze iedere keer, ze zat gewoon heel stiekem te doen, het was een koddig gezicht.

Toen ik op de tweede etage was aanbeland, zat ze er nog en met hetzelfde ritueel.

Op de eerste etage aangekomen zat ze nog steeds als een schichtig muisje te genieten, en als ik het goed zag was het lekkernij een koekje.

Eenmaal aangekomen op de begane grond stapte ik uit de lift, en met het idee dat ze me aan zag komen, zei ik haar netjes gedag.

Maar ze was zo opgezwolgen in haar genot van het koekje, dat ze zich een ongeluk schrok.

Oei, dacht ze, betrapt!

Ze had denk ik net een hapje genomen en prompt verslikte ze zich en begon te hoesten, te hoesten, niet te kort.

Ze liep helemaal blauw aan!

Haar eerst een paar klappen op de rug gegeven, niet te hard natuurlijk met die oude botten, maar dat hielp niet.

Maar gauw naar mijn kantoortje gelopen, daar staat bronwater, en haar een beker water gegeven en gelukkig hielp dat en kwam ze weer tot bedaren.

Door het hoesten was er een heel rol koek onder haar jas vandaan gevallen, van die lekkere dubbele koeken met dat spul er tussen.

Zo benauwd  en oud al ze was, ineens bukte ze en raapte snel die rol koek op en stopte die gauw weer onder haar jas, en er van overtuigd dat ik dat niet gezien had, zei ze  "Ach Wijnand zo af en toe neem ik nog een koekje! O kijk daar heb je de taxi, doei!", en weg was ze.

Toen ik naar buiten keek zag ik helemaal geen taxi, ben maar weer verder gegaan met mijn plantjes, want het is zo weer tijd om naar huis te gaan.

 

Groetjes, de Oudjeswachter