Ik was op donderdagmorgen de binnentuin aan het sproeien met water toen er een bewoonster een praatje bij me kwam maken.

Omdat “bijna” alle mensen rond de feestdagen lekker vrolijk zijn en ook nog het winter zonnetje door de ramen scheen dacht ik van, laat ik blij zijn tegen deze mevrouw.

“Goedemorgen mevrouw, lekker weertje he zo voor de feestdagen daar wordt je alleen maar vrolijker van”. 

“Hoezo bedoelt u dat, ik ben helemaal niet vrolijk en wordt het ook niet”.

Het mag misschien niet maar ik dacht echt van, wauw wat heb ik nou weer aan mijn fiets hangen.

“O maar mevrouwtje u klinkt niet echt in de stemming vandaag?”

“Nee, nou wacht maar als jij zo oud bent dan praat je wel anders in zo`n “poeh” feestmaand”.

“Dan moet je maar  “verplicht” vrolijk en blij zijn en dat kan ik niet meer opbrengen, ik heb te veel mee gemaakt”.

“Als je tachtig geweest bent dan heb je zo het een en ander meegemaakt, maar hoe oud ben jij eigenlijk?”

Op de manier hoe ze het vroeg had ik eigenlijk de neiging om te zeggen dat het haar niets aan ging, maar goed met klanten moet je natuurlijk zo lang mogelijk beleeft zijn, en ze woont in de Dignahoeve en dan is ze een klant.

Dus gaf ik het antwoord ”Ik ben 49 jaar mevrouw, dus heb ook wel het een en ander mee gemaakt”.

Oei een fout antwoord Wijnand, dacht ik maar het was al te laat.

 

“Als je zo jong bent heb je nog niet zo veel mee gemaakt als je al tachtig bent, mannetje”.

“Heb jij de oorlog mee gemaakt, nee dat heb je niet”.

“ Ben jij je echtgenote al verloren, nee zeker niet”.

“Zijn er al kinderen van je gestorven, nee natuurlijk niet”.

“Kan jij niet meer werken, natuurlijk wel”.

“Heb jij zo`n lichaam dat niet meer wil doen wat jij wilt”.

“Enne moet jij je handje ophouden voor je centen, nee ook dat niet”.

“Jij kunt nog alles doen dus jij hebt niets te zeuren”.

 

Na deze levens les dacht wat moet ik nu met dit vrouwtje, moet ik het maar over me heen laten gaan of moet ik tegen gas gaan geven.

Ik besloot maar eens om ook een pot zielig te gaan doen, want dat had ze wel verdiend.

 

“Nee mevrouw de oorlog heb ik gelukkig niet mee gemaakt maar mijn ouders wel”.

“Mijn vader is op gepakt geweest door de Duitsers en moest op zijn klompen weer naar huis lopen uit Duitsland vandaan”.

“Mijn ouders hebben drie kinderen in de oorlog verloren”.

“Mijn vader is in de oorlog invalide geworden, dus moest er altijd met het hele gezin thuiswerk gedaan worden”.

“Mevrouw ik heb tot mijn drie en twintigste jaar buiten mijn loon ook mijn overwerk geld afgegeven”.

“Mijn ouders zijn jong gestorven, ze zijn niet ouder dan vijf en zestig geworden, dus ik ben ze al vrij snel kwijt geraakt”.

“Maar mevrouw wat ik wel weet, is dat er met de sinterklaas leuke dingen gedaan werden, al was er weinig geld, mijn moeder ging zelf speculaas bakken”.

“Met de kerst werd er ook gezellige dingen gedaan, met chocolade melk en zelf gebakken banket “.

“Wat mijn vader en moeder altijd zeiden, “Als we deze maand eens gezellig maken dan kunnen we er het hele jaar weer tegen”.

“En mevrouw ik denk dat ieder mens wel zijn ellende heeft”.

 

Mevrouw was even stil en het leek er op dat ik een beetje tot haar doorgedrongen was.

Ze keek me een beetje schuin aan met samen geknepen ogen en zei ”Zie je nou wel, zie je nou wel het wordt echt niet gezelliger door die stomme feestdagen, heb ik al ellende genoeg loop jij ook nog eens te zeuren, de wereld zit ook vol met die doffe ellende”.

“Pardon mevrouw, ik….

Maar voor dat ik verder kon praten liep ze al weg en met een wegwerp gebaar met haar arm, zei ze “hou nou je mond maar van jou word ik ook niets wijzer”.

 

Ik haalde mijn schouders op en dacht bij me zelf “ouwe narrenkop” en wilde verder gaan met mijn werk toen ik een beetje een lacherige stem achter me hoorde, “zo huismeester hebt u kennis gemaakt met mijn moeder, trek het je niet zoveel aan hoor, zo is ze wel vaker als er feestdagen in aantocht zijn, maar als het zover is draait ze wel bij”.

 

                                                                                                       

 Groetjes, de oudjeswachter.