Het was op een dinsdagochtend, ik was bezig met het ophalen van het huisvuil, dat ik een meneer tegen kwam die wel een heel luguber verhaal vertelde, tenminste zo kwam het wel bij mij zo over.

"Goh Wijnand wat voel ik me opgelucht de laatste tijd, ik ben wel tachtig en kortademig maar toch voel ik me een stuk beter", zei de meneer.

Ik keek hem misschien een beetje verwarrend en verbaasd aan waardoor hij zei "Ach ik moet je natuurlijk wel vertellen wat er gebeurt is".

En meneer begon zijn verhaal en wat voor een, het moet een lijdensweg geweest zijn.

"Het is ongeveer vijf jaar geleden dat ik onwel werd en naar het ziekenhuis moest en onderzocht werd".

"Voordat ik daarheen ging had ik al last van mijn longen maar na het onderzoek bleek dat mijn nieren niet goed meer werkte, ik had al veel medicijnen maar je begrijpt wel er kwamen er nog meer bij, oké daar klaag je niet over want je blijft ermee leven en mijn nieren werkten nog maar voor 27 %".

"Maar van het begin af aan werd ik er misselijk van en moest ik dagelijks overgeven".

"Dus ik weer een afspraak gemaakt maar volgens de artsen kwam het niet van de medicijnen, dus dat accepteer je dat maar, ik ben geen dokter en ach je bent op leeftijd dus wat zeur je nou".

"Ongeveer een maand geleden ging ik naar de apotheek om mijn medicijnen op te halen toen het meisje daar aan me vroeg "Voelt u zich niet lekker meneer u ziet er zo grauw en ziek uit?", waarop ik mijn verhaal aan haar vertelde".

"Na haar reactie van "Nou meneer dat is nogal wat", kreeg ik mijn medicijn mee en ging weer naar huis".

"Een paar dagen later werd ik gebeld door datzelfde meisje van de apotheek of ik eens langs wilde komen, dus ik erheen met de gedachte wat moeten ze nu weer van me".

"Eenmaal aangekomen vertelde ze me dat ze na mijn verhaal aan het uitzoeken is gegaan wat voor medicijnen ik allemaal gebruikte en volgens haar was dat medicijn wat ik voor mijn nieren erbij had gekregen niet met een ander medicijn samen kon, en dat ik toch maar weer een afspraak moest maken met de dokter in het ziekenhuis en gaf een briefje mee voor de arts daar".

"Zo gezegd, zo gedaan en ik erheen en daar bleek dat ze nog gelijk had ook".

"Zo zie je maar weer ieder maakt wel eens een foutje, ik ben er niet eens boos over want ik ben veel te blij dat ik me weer redelijk normaal voel na ongeveer vijf jaar lopen te kokhalzen".

"Wat ik wel gedaan heb is dat meisje van de apotheek een bloemetje gebracht, want zonder het ook maar aan haar te vragen heeft ze het toch maar voor me uitgezocht".

"Een paar maanden geleden hoefde het voor mij niet meer, maar nu wil ik er nog wel twintig jaar aan vast plakken en ga ik ook nog lekker een weekje op vakantie, want de jaren vliegen voorbij en waarschijnlijk moet ik binnenkort drie keer in de week naar het ziekenhuis om mijn nieren laten spoelen en dan ben je nogal gebonden".

"Het lijkt nog wel als de dag van gisteren dat ik twintig jaar geleden stopte met werken, dus nog eens twintig…..".

 

Ik zat in mijn kantoortje toen er een mevrouwtje naar binnen kwam schuifelen en me aansprak, "Wijnand ik moet je iets vertellen maar het is eigenlijk wel een beetje vreemd, ik heb het gezien maar toch…..".

Het was duidelijk aan haar te zien dat wat ze wilde vertellen, dat ze daar haar twijfels over had.

"Zegt u het maar", nodigde ik haar uit.

"Ja eh, ik liep net langs de derde etage en keek naar buiten en zag wat op het dak", zei ze aarzelend.

De Dignahoeve heeft twee koepels en als je op de derde en vierde etage loopt kun je inderdaad op het dak kijken waar de tweede koepel zit.

Dus ik vroeg aan haar "Wat zag u op het dak mevrouw?".

"Tja ik weet het niet, ik zie niet al te best maar het leek wel een rat zo groot als het was, hij bleef doodstil zitten langs de koepel maar wat ik zo gek vind het leek wel lichtbruin dat kan dan toch geen rat zijn?".

Net dat ik tegen haar wil zeggen dat ik meteen ging kijken kwam er een andere mevrouw binnen.

"Huismeester, ik liep net op de derde etage en keek naar buiten en zag een beest op het dak en wel zo èèn grote!".

Ze wees met haar handen een behoorlijke maat aan.

Voor dat ik hier op kon reageren hoorde ik een hele tumult op het plein.

Nog een stuk of drie dames die met stem verheffing met elkaar stonden te praten en waarvan ik er èèn hoorde zeggen "Kom op we gaan naar de huismeester!".

En voor ik het wist stond mijn kantoortje vol "Jeetje waar komt dat spul ineens allemaal vandaan?", dacht ik bij mijzelf en het was een heel gekakel.

"We hebben een beest gezien op het dak Wijnand!", zei de volgende dame.

"U ook al?", zei ik.

"Ja, en ik denk dat het een stekelvarken is en die mevrouw een bruine kat, je weet wel zo een lapje".

"Nee hoor!", zei de eerste mevrouw "Het is een rat, volgens mij".

"Nou dames nu word ik nieuwsgierig", probeerde ik er boven uit te komen, wat een herrie in mijn kantoortje, "Ik ga wel even kijken".

"Doe je wel voorzichtig als het dak opgaat, want je weet het maar nooit met die beesten".

Toen ik naar boven ging was ik best wel nieuwsgierig en de dames ook want onder een opgewonden stemming liepen ze mee.

Eenmaal bij het dak aangekomen  keek ik naar buiten  en kon mijzelf wel voor het hoofd slaan, toen ik de situatie overzag.

Ik opende de deur naar het dak en stapte naar buiten en met nog een kreet achter me van "Uitkijken hoor huismeester!", liep ik naar dat beest.

Voor dat ik dichterbij het beest kwam liep ik er eerst nog met een grote boog er omheen en daarna pakte ik hem bij zijn steel op en stak hem omhoog "MIJN RAGEBOL!!!!!!!".

Ik was de achterste koepel aan het schoonmaken omdat hij vol begroeit was met alg en had de ragebol daar laten liggen omdat ik de volgende dag de klus wilde afmaken.

 

 

groetjes, de oudjeswachter