Nu de klus met de rookmelders er op zit, ben ik begonnen met het bijvullen van de CV-ketels.

Over het algemeen hebben de oudjes er geen notie van dat het moet gebeuren, en als ze het al wel weten, dan of ze weten niet hoe dat moet of ze durven het niet.

En dan kan het gebeuren dat de ketel in storing gaat, omdat het water niet is bijgevuld, en de mensen zonder warmte en warm water zitten.

Dat gebeurt dan ook vaak in het weekend, dus dat moeten we dan maar voor zijn.

Ook werk ik nu weer met een afspraak, dus weer briefjes op de computer maken en ze in de brievenbus deponeren, het werkt perfect en waar heb je anders de computer voor.

Dat de mensen geen flauw benul hebben wat er dan moet gebeuren blijkt wel uit de vragen wat ik nodig heb en waar ik moet zijn.

Sommige leggen de vulslang klaar, of een tang, een schroevendraaier, niet slecht gegokt.

Maar èèn mevrouw dacht , o water bijvullen dan heeft de huismeester een emmer nodig, dus klaarzetten die emmer.

“Goeden middag mevrouw ik kom kijken of uw CV nog bijgevuld moet worden”.

“Komt u maar binnen huismeester, ik heb al een emmer voor u klaar gezet”.

“Een emmer mevrouw ?”zei ik “die heb ik niet nodig hoor”.

“O, hoe doet u het dan, is de emmer te groot, ik heb ook nog een plantengieter”.

“Nee mevrouw dat doe ik met deze vulslang, die koppel ik aan het vulventiel, die zit aan de radiator in de badkamer, en de andere kant koppel ik hem aan de waterkraan”.

“Ooooooo nu snap ik het, ik dacht al waarom heb ik een tuinslang bij mijn huis gekregen ik heb niet eens een tuin”.

 

Maandagochtend kwam op mijn spreekuur een mevrouwtje vertellen dat haar afvoer in de keuken niet goed doorliep.

“Ik kom na het spreekuur even bij u langs, mevrouw”.

Na het spreekuur met mijn plopper naar die mevrouw, maar met de plopper lukte het niet.

“Mevrouw bent u morgenochtend thuis dan kom ik even met een trekveer, want met de plopper lukt het niet, als u dan zorgt dat het kasje leeg is dat werkt wat makkelijker”.

De volgende morgen met mijn trekveer weer naar mevrouw en belde bij haar aan.

Terwijl ik stond te wachten hoorde ik een hevige gestommel achter de deur, de deur ging open en ik keek in een gang met een hoop huisraad.

“Zo bent u maar aan de schoonmaak gegaan?” vroeg ik haar.

“Nee”, zei ze “u hebt toch gezegd dat ik mijn kasjes leeg moest halen!”.

Ik de keuken in en wat schertst mijn verbazing, ze had alle kasjes leeggehaald zelfs haar buffetkast aan de andere muur was leeg, er stond werkelijk niets meer in de keuken.

Na een paar minuten vermande ik mezelf sloot mijn openstaande mond en ging gauw aan het werk.

Een half uur later was de klus geklaard en heb ik mevrouw ook maar even geholpen met de keuken inruimen, en heb maar mijn mond gehouden over dat ik alleen maar het kastje onder de aanrecht bedoelde.

Dinsdagmiddag kwam een meneer naar me toe dat het kopieerapparaat  weigerde.

Ze waren in de kleine zaal bezig met knutselen en wilde per persoon kopietjes maken om die weer uit te knippen.

Ik naar de kopieermachine toe, hem uitgezet en alles nagekeken maar kon niets vinden en hem weer aangezet, een kopietje geprobeerd, hij deed het goed en met de gedachte van “meneer haalt het gemaakte kopietje wel uit de la”.

“Hij doet het weer hoor meneer”.

Even later weer dezelfde meneer “huismeester hoe doet het weer niet, er komen geen kopieën uit”.

Ik weer de machine uitgezet, alles nagekeken ook de bak waar het papier inzit, alles klopte gewoon .

De machine weer aangezet, geprobeerd en niets aan de hand.

“Meneer komt u er even bij staan dan doen we het samen, doe u er maar een blaadje onder wat gekopieerd moet worden”.

Het blaadje werd eronder gelegd ,”en hoeveel kopieën wil u”.

“Van deze wil ik er graag drie hebben”, zo gezegd zo gedaan een tik op de knop en kopiëren maar.

Toen het kopiëren klaar was wilde ik de drie kopietjes pakken lag me daar een hele stapel in de la.

Die meneer stond me verbluft aan te kijken en zei verbaasd, “o komen ze er aan die kant uit?”.

 

Groetjes, de oudjeswachter.