Op een morgen kwam er een mevrouw bij me in het kantoortje.

"Wijnand in ben een oma geworden", zei ze gelaten.

"Nou mevrouw dat is toch fijn, oma worden", zei ik tegen haar.

"Maar ik wil helemaal geen oma zijn!", antwoordde ze.

"Ja maar mevrouw, als u kinderen hebt en die gaan trouwen en dan ook weer kindertjes krijgen, ja dan wordt u vanzelf oma, hoor!", ik dacht misschien heeft ze vroeger wel geen voorlichting gehad en weet ze niet dat je "gratis en voor niets" dan zo maar oma kan worden.

Ze keek me schaapachtig aan en had volgens mij medelijden met me, tenminste op de manier dat ze reageerde.

"Tjè, dat weet ik natuurlijk ook wel, maar ik heb helemaal geen kinderen!", zei ze een tikkeltje geërgerd.

?

"Wacht effe, wacht effe! U hebt geen kinderen?"

"Nee!"

"Dan kan u toch ook geen kleinkinderen hebben?", vroeg ik weer.

"Nee!"

"Nou dan kan u toch ook geen oma zijn?"

"Ja weet ik veel! Ze stonden ineens aan mij deur! Ze zeiden "hallo oma". Ze vonden mij een hele lieve oma en hadden mooie tekeningen voor me gemaakt, het waren stuk voor stuk schatjes, vijf stuks nog wel. Maar ik wil helemaal geen oma zijn!".

"Nou gefeliciteerd hoor", zei ik plagerig.

"Gefeliciteerd? Wat bedoel je?", vroeg zij weer.

"Ik kan u het heugelijke feit meedelen, u bent helemaal geen oma!", grapte ik.

"Bedoel je dat ik geen goede oma zou zijn? Nou dat kan ik heus wel!", zei ze verontwaardigt.

?

"Neeeeeeeee, dat niet! Maar als u geen kinderen heeft dan kan u ook geen kleinkinderen krijgen, maar nu u het zegt, u heeft zich niet bewezen!", plaagde ik weer.

"Ja plaag me maar, gisteren stonden ze ook weer beneden aan de bel, ze zijn zo aardig dus heb ik ze binnen gelaten en een snoepje gegeven. En toen ze weer buiten waren werden ze door hun papa opgehaald. Maar eigenlijk wil ik het niet meer! Wat moet ik daar nu aan doen?", vroeg ze aan mij.

"Tja, u moet gewoon heel eerlijk zeggen tegen deze kinderen dat u dat niet wil. Misschien hebben deze kinderen geen oma meer, en hebben ze u uitgekozen! Maar als u het niet wilt, moet u het ook niet doen, maar dan ook geen snoepjes of koekjes meer geven, anders blijven ze komen!

"Ik zal wel moeten, maar ik vind het wel zielig hoor om ze weg te sturen. Het is niet leuk als je geen meer oma hebt, eigenlijk moet je naar een bureau kunnen om een oma te bestellen", zei ze een beetje verdrietig.

"Och misschien zijn er uitzendbureauoma`s!", zei ik weer.

"O denk je dat? Dan geef ik dat wel door aan de kindertjes!", ging mevrouw er serieus op in.

"Nee, nee doet u dat maar niet het was een grapje, mevrouw!" zei ik maar gauw.

 

Het kleinste mannetje van de Dignahoeve, hij is niet veel groter dan een Laaf!

Heeft een dakpan bij zijn voordeur hangen met een Laaf en zijn naam er op, en in zijn huis heeft hij ook Laven.

Hij woont hier in een MIVA-woning en is invalide, een gezellig en bijdehand mannetje die heel goed mee kan in het leven, en heeft veel kennis in het computer gebeuren.

Geeft ook wel computerles hier aan de oudjes, maar hij doet ook aan rolstoeldansen!

Onderlaatst kwam hij doorgeven dat er een lamp stuk was in het trappenhuis en meestal hobbelt hij meteen weer weg.

Het is net of zijn ene been korter is dan de andere, wat weer het gevolg is dat het kleine mannetje met zijn hele lichaam heen en weer slingert om zich te verplaatsen.

Maar nu bleef hij even staan en zuchtte "Mijn hoofd loopt bijna over, zo druk heb ik het!"

"Zo dan heb je veel dingen aan je hoofd", antwoordde ik.

"Ja Wijnand je weet toch dat ik aan rolstoeldansen doe? En nu heb ik op me genomen om een wedstrijd te organiseren", zei het mannetje.

"O, heb je daar ook wedstrijden in?", vroeg ik hem.

"Ja zeker, dit is een groot toernooi van zo`n driehonderd man, waarvan er ook nog eens 1/3 uit het buitenland komt. Uit zo een 8 verschillende landen", vertelde hij.

"Zo dat is een behoorlijke organisatie!", onderbrak ik hem.

"Ja en dan moet je ook voor onderdak zorgen, allerlei instanties aanschrijven want we hebben allemaal maar een uitkering, dus moet het natuurlijk zo goedkoop mogelijk. Allerlei sponsors zien te werven om het toernooi goed van de grond zien te krijgen. Dan zijn er ook rolstoeldansers die uit arme landen komen, bijvoorbeeld Polen, die komen met rolstoelen nou daar kan je echt niet mee dansen. Dan moet je dus ook nog eens extra rolstoelen regelen.

Maar ik kijk er echt naar uit en vind het heerlijk om het te doen! En nu ga ik weer gauw aan het werk, want ik heb nog heel veel te doen. Doei!", en daar ging onze kleine maar o zo "grote man in daden!" weer aan de slag.

Het is toch altijd weer knap als je met een handicap door het leven moet, er weer van alles aan doet om overal bij betrokken te raken.

Hij red zich wel, rijd zelf in een auto, werk nog steeds, doet verder heel wat hand en span diensten voor anderen en is altijd wel opgewekt.

 

 

Groetjes, de Oudjeswachter.