Ik belde bij een bewoonster aan voor het plaatsen van een rookmelder.

De mevrouw deed de deur open en zei, "Ik voel me niet lekker! Maar komt u toch maar binnen".

Terwijl ik bezig was om de spullen klaar te zetten vroeg ik "Niet zo prettig  mevrouw als u zich ziek voelt, is het ernstig?".

"Nou nee hoor, het is meer de schrik van het weekend", antwoordde ze en vertelde verder.

"Ik was zaterdag avond laat op. Ineens hoorde ik een doffe klap! Overal het licht uit en rook ik een brand lucht, het was  half èèn wat moest ik in godsnaam doen?

Ik ben naar de lift gelopen, want daar hangt een briefje met het nummer van de boodschappendienst, en heb naar hen gebeld en werd keurig te woord gestaan.

Ze zeiden dat ze iemand gingen bellen om me te helpen.

Een kwartier later ging de telefoon het was de elektriciteit meneer met de vraag, "denk u nu echt, dat ik midden in de nacht naar u toe kom?"

"Nou meneer, ik zit hier helemaal in het donker en het stinkt ook nog hier, en ik weet mijn god niet wat ik moet doen! Als u niet komt bel ik de POLITIE!!!!"

 Waarop zij een nors antwoord kreeg, "Okè dan kom ik wel!".

Even later was de man er, en zonder een woord te zeggen ging hij kijken of er wat was.

Eerst de hendel van de hoofdstop weer omhoog, maar dat werkte niet dus toen weer verder zoeken, uiteindelijk bleek het de vriezer te zijn, de man was nog een hele tijd bezig om het weer in orde te krijgen.

Uiteindelijk gaf hij toch wel toe, dat het nodig was om geholpen te worden.

Zo zie je maar weer, je kan niet altijd zo maar denken dat het wel mee zal vallen.

Deze week had ik ook een gesprek met een mevrouw die een hersenbloeding heeft gehad, want ze wilde iets aan mij vragen.

Het gesprek was verre van gemakkelijk, het ging ongeveer zo:

"Eh Wijnand….eh hoe moet ik…..nee ik….nou toch….eh ja ik heb dorst maar ik…..niet sterk,nee… nou moe èh nee…hoe moet ik nou zeggen, jij moet….neeeee, even denken….tjonge,tjonge….eh ga even zitten hoor…eh drinken ja, jij begrijpt….nee natuurlijk eh goh kan zo niet…."

Nu ze kwam duidelijk niet uit haar woorden en ik zei tegen haar "Als u terug gaat naar uw woning, kom ik zo even naar u toe!".

"Ja goed….eh neeeeee, ik moet nog…..eh hier ….. nee, nee pffffff eh ja ….die van was en…nou nee die munt eh….", hakkelde ze weer.

Omdat ze al meerdere keren bij mij  “was en droger’’ muntjes was komen halen begreep ik dat wel, gaf haar de muntjes en rekende af .

"Ik kom zo na het spreekuur naar u toe!", zei ik daarna weer tegen haar.

Toen ik bij haar aanbelde, stond ze met een flesje in haar hand met een draai dop, en die kreeg ze niet los! Het is voor zo`n vrouwtje toch een heel gedoe, om zich bij de mensen verstaanbaar te maken.

 

Groetjes, de Oudjeswachter.